Kuipers en van Kempen hanteren niet de term hoogbegaafd, maar de term ‘Extra Intelligent’ (Xi). Deze term ervaren zij als minder beladen en heeft veel raakvlakken met dat wat anderen hoogbegaafd noemen. De term heeft bovendien geen last van de faalbaarheid van de intelligentietest, wat mij betreft een groot voordeel. Want, uiteindelijk gaat het niet om het getal, maar om wie we zijn en wat we wel en niet kunnen.

In het boek “Verleid jezelf tot excellentie” (Kuipers en Van Kempen, 2007)  noemen zij de volgende vijf kenmerken voor wat zij een Xi-er noemen:

  • Intellectueel vaardig. Kan relatief makkelijk complexe problemen hanteren en maakt gedachtesprongen. Kan slecht tegen onbegrijpelijke stupiditeiten. Neigt gemakkelijk tot slordigheid bij de uitvoering van simpele taken.
  • Structureel nieuwsgierig. Wil altijd weten wat ergens achter zit, wat voorbij de horizon ligt. Is gefascineerd zolang iets nieuw is en ontwikkelt een grenzeloze hekel aan dat wat saai is. Kan soms erg lang doen over het afronden van een vraagstuk waarvan de oplossing al doordacht is.
  • Behoefte aan autonomie. Kan goed zelfstandig werken en geeft de voorkeur aan een eigen tijdsindeling. Kan moeilijk omgaan met absolute macht en formaliteiten. Een controle-gerichte klant of baas leidt snel tot disfunctioneren, zal vechten om zich klein te maken als de autonomie wordt aangetast.
  • Grenzeloos en mateloos in het najagen van interesses. Kan zich in een probleem vastbijten zolang het nog interessant en onopgelost is. Kan het net zo makkelijk loslaten als het specifiek interessante aspect verhelderd is. Houdt niet van onbegrijpelijke ongeïnteresseerdheid of lage prestatienormen bij anderen. Kan soms teveel energie in verkeerde dingen stoppen.
  • Emotionele onzekerheid plus intellectuele zelfverzekerdheid. Weet in het hoofd dat hij gelijk heeft, maar vreest in de buik dat het hem niet gegund zal worden. Dit kan leiden tot perfectionisme, faalangst, escalatie van betweterij of arrogantie om deze basale onzekerheid te maskeren. Is onhandig of kwetsbaar in de confrontatie met harde zelfverzekerdheid of politiek machtsvertoon.

Ze noemen vier essentiële verschillen tussen Xi en hoogbegaafdheid:

  • Xi is een neutraal begrip, een herkenbare beschrijving: een Xi-er heeft een bepaalde extra intelligentie; meer dan normaal gebruikelijk, een soort overdosis. Hoogbegaafdheid is een emotioneel beladen begrip, dat letterlijk refereert aan bij geboorte ontvangen speciale gaven, die hoge verwachtingen wekken over wat de eigenaar daarmee zal gaan doen.
  • Hoogbegaafdheid wordt het meest gebruikt in de context van kinderen, hun behoefte aan de juiste scholing en de professionals die zich met de kwaliteit en de effectiviteit daarvan bezighouden. Xi is geïntroduceerd als hulpmiddel voor volwassenen in hun werk- en privé- omgeving, om hen een context voor coaching en loopbaanadvisering te bieden en daarmee bij te dragen aan de ontwikkeling van hun identiteit en hun levensperspectief.
  • Xi is niet gekoppeld aan enige formele testprocedure, terwijl hoogbegaafdheid gekoppeld is aan een voldoende hoge score op een onder genormeerde condities afgelegde daartoe geschikt verklaarde IQ test. Daarom kan iemand zichzelf of iemand anders op grond van ervaring en herkenning als extra intelligent benoemen. Hoogbegaafdheid kan alleen na formeel onderzoek worden vastgesteld door een onafhankelijke derde, die een geautoriseerde professional is op dit gebied.
  • Iedereen met een zeer hoge IQ score is Xi, maar niet alle Xi-ers zullen bij een IQ test een dergelijke hoge score halen. Allereerst omdat sommigen een emotionele of praktische barrière ervaren tijdens het afleggen van een IQ test en daarom te laag uitkomen. Ten tweede omdat IQ –tests specifieke soorten intelligentie meten en mensen die op andere domeinen ongewoon begaafd zijn, ook te laag uitkomen, terwijl ze nog steeds heel herkenbaar zijn als Xi-ers.

Mij gaat het erom dat je jezelf kunt herkennen als mens in een omschrijving. Weten wie je bent en waar je staat zijn essentiële voorwaarden voor een gelukkig leven. Kuipers en Van Kempen geven een genuanceerd beeld van de extra intelligente mens. Terwijl hoogbegaafdheid allerlei stereotype denkbeelden oproept, geeft de term Xi ruimte voor ontdekken.